OR-Cursus.com - voor alle OR trainingen!

Categorieën
Bijzondere bevoegdheden van de ondernemingsraad WOR

Art 25 WOR

Een bericht over artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden. In dit bericht vind je de volledige tekst van dit wetsartikel en daaronder een toelichting op het wetsartikel.

Hieronder tref je de volledige tekst van, art 25 WOR, artikel 25 wet op de ondernemingsraden, het adviesrecht.

1. De ondernemingsraad wordt door de ondernemer in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit tot:

a. overdracht van de zeggenschap over de onderneming of een onderdeel daarvan;

b. het vestigen van, dan wel het overnemen of afstoten van de zeggenschap over, een andere onderneming, alsmede het aangaan van, het aanbrengen van een belangrijke wijziging in of het verbreken van duurzame samenwerking met een andere onderneming, waaronder begrepen het aangaan, in belangrijke mate wijzigen of verbreken van een belangrijke financiële deelneming vanwege of ten behoeve van een dergelijke onderneming;

c. beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of van een belangrijk onderdeel daarvan;

d. belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden van de onderneming;

e. belangrijke wijziging in de organisatie van de onderneming, dan wel in de verdeling van bevoegdheden binnen de onderneming;

f. wijziging van de plaats waar de onderneming haar werkzaamheden uitoefent;

g. het groepsgewijze werven of inlenen van arbeidskrachten;

h. het doen van een belangrijke investering ten behoeve van de onderneming;

i. het aantrekken van een belangrijk krediet ten behoeve van de onderneming;

j. het verstrekken van een belangrijk krediet en het stellen van zekerheid voor belangrijke schulden van een andere ondernemer, tenzij dit geschiedt in de normale uitoefening van werkzaamheden in de onderneming;

k. invoering of wijziging van een belangrijke technologische voorziening;

l. het treffen van een belangrijke maatregel in verband met de zorg van de onderneming voor het milieu, waaronder begrepen het treffen of wijzigen van een beleidsmatige, organisatorische en administratieve voorziening in verband met het milieu;

m. vaststelling van een regeling met betrekking tot het zelf dragen van het risico, bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

n. het verstrekken en het formuleren van een adviesopdracht aan een deskundige buiten de onderneming betreffende een der hiervoor bedoelde aangelegenheden.

2. De ondernemer legt het te nemen besluit schriftelijk aan de ondernemingsraad voor. Het advies moet op een zodanig tijdstip worden gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

3. Bij het vragen van advies wordt aan de ondernemingsraad een overzicht verstrekt van de beweegredenen voor het besluit, alsmede van de gevolgen die het besluit naar te verwachten valt voor de in de onderneming werkzame personen zal hebben en van de naar aanleiding daarvan voorgenomen maatregelen.

4. De ondernemingsraad brengt met betrekking tot een voorgenomen besluit als bedoeld in het eerste lid geen advies uit dan nadat over de betrokken aangelegenheid ten minste éénmaal overleg is gepleegd in een overlegvergadering. Ten aanzien van de bespreking van het voorgenomen besluit in de overlegvergadering is artikel 24, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

5. Indien na het advies van de ondernemingsraad een besluit als in het eerste lid bedoeld wordt genomen, wordt de ondernemingsraad door de ondernemer zo spoedig mogelijk van het besluit schriftelijk in kennis gesteld. Indien het advies van de ondernemingsraad niet of niet geheel is gevolgd, wordt aan de ondernemingsraad tevens meegedeeld, waarom van dat advies is afgeweken. Voor zover de ondernemingsraad daarover nog niet heeft geadviseerd, wordt voorts het advies van de ondernemingsraad ingewonnen over de uitvoering van het besluit.

6. Tenzij het besluit van de ondernemer overeenstemt met het advies van de ondernemingsraad, is de ondernemer verplicht de uitvoering van zijn besluit op te schorten tot een maand na de dag waarop de ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld. De verplichting vervalt wanneer de ondernemingsraad zulks te kennen geeft.

Toelichting op art 25 WOR

In de onderwerpen waarop adviesrecht van toepassing is komt het woord “belangrijk(e)” vaak voor. Maar wat is nu belangrijk?

Vaak is het woord “belangrijke” art 25 WOR het onderwerp van discussie tussen de bestuurder en de OR. Er zijn een aantal criteria aan de hand waarvan je kunt bepalen of een voorgenomen besluit belangrijk is of juist niet, namelijk:

  1. Is het een besluit dat tot de dagelijkse besluitvorming hoort?
    • Als het besluit niet tot de dagelijkse besluitvorming hoort, dan is het een belangrijk besluit. Bijvoorbeeld het besluit om printerpapier te kopen behoort tot de dagelijkse besluitvorming. Maar het besluit om een nieuwe printer te kopen hoort vaak niet tot de dagelijkse besluitvorming.
  2. De aard van de gevolgen van het besluit voor de werknemers en de onderneming.
    • Als er sprake is van gedwongen ontslagen, dan zal de OK vaak oordelen dat het om een belangrijk besluit gaat.
    • Als een hele afdeling moet verdwijnen, dan zal de OK vaak oordelen dat het om een belangrijk besluit gaat.
  3. De aard en omvang van de organisatie of activiteiten van de organisatie.
    • Hierbij kijk je naar de verhouding tussen bijvoorbeeld de hoogte van het te verstrekken krediet en de hoogte van de kredieten die normaal gesproken verstrekt worden. Is die hoogte nagenoeg gelijk, dan is het geen belangrijk besluit. Maar is het te verstrekken krediet aanzienlijk hoger dan normaal, dan is het wel een belangrijk besluit. Er is geen vaste verhouding vastgelegd, dus het is moeilijk om op basis van dit criterium te bepalen of een voorgenomen besluit belangrijk is.
  4. Het aantal werknemers dat de gevolgen van het besluit ondervindt.
    • Het kan gaan om directe gevolgen, zoals het aantal door een reorganisatie getroffen personeelsleden, maar ook om indirecte gevolgen. Zo is de wijziging van een driehoofdige naar een eenhoofdige directie niet (alleen) belangrijk vanwege het aantal personeelsleden die het direct betreft, maar ook vanwege de indirecte gevolgen voor de onder de directie vallende werknemers.
    • Het aantal moet in verhouding tot het aantal in de onderneming werkzame personen gezien worden. Als er in een onderneming waar 25.000 mensen werken, 5 personen de gevolgen van het besluit ondervinden, dan is het besluit niet belangrijk. Maar als in een onderneming waar 50 personen werken 5 personen de gevolgen van het besluit ondervinden, dan is het wel een belangrijk besluit. Er is geen % vastgesteld, dus een exacte grens is er niet. Dat maakt het moeilijk om op basis van het aantal werknemers te kunnen concluderen of een besluit belangrijk is of niet.