OR-Cursus.com - voor alle OR trainingen!

Categorieën
De bedrijfscommissies WOR

Art 37, 38, 39, 40, 41 en 42 WOR

Een bericht over artikel 37 tot en met 42 van de Wet op de Ondernemingsraden. In dit bericht vind je de volledige tekst van dit wetsartikel en daaronder een toelichting op het wetsartikel.

Hieronder tref je de volledige tekst van, art 37-42 WOR, artikel 37-42 wet op de ondernemingsraden. De tekst gaat over de bedrijfscommissies.

Artikel 37

1. Voor groepen van ondernemingen worden door de Raad, ter behandeling van aangelegenheden betreffende de ondernemingsraden, de centrale ondernemingsraden, de groepsondernemingsraden van deze ondernemingen, de personeelsvertegenwoordiging en de vergadering als bedoeld in artikel 35b, commissies ingesteld, bedrijfscommissies genaamd.

2. Een bedrijfscommissie bestaat uit een door de Raad na overleg met de in artikel 38 bedoelde organisaties van ondernemers en van werknemers te bepalen even aantal leden, ten minste zes bedragende, en een gelijk aantal plaatsvervangende leden.

Artikel 38

1. De leden en de plaatsvervangende leden van een bedrijfscommissie worden voor de helft benoemd door de door de Raad daartoe aangewezen representatieve organisatie of organisaties van ondernemers en voor de helft door de door de Raad daartoe aangewezen representatieve organisatie of organisaties van werknemers.

2. De Raad bepaalt het aantal leden en plaatsvervangende leden dat elke aangewezen organisatie kan benoemen.

Artikel 39

1. De Raad stelt bij verordening nadere regelen omtrent de samenstelling en de werkwijze van de bedrijfscommissies. Daarbij wordt aan deze commissies de bevoegdheid verleend commissies, al dan niet uit haar midden, in te stellen. De bedrijfscommissie kan de aldus ingestelde commissies machtigen haar bevoegdheden uit te oefenen.

2. De Raad stelt voorts regelen omtrent het voorzitterschap van de bedrijfscommissies. Daarbij wordt aan deze commissies de bevoegdheid toegekend, een voorzitter buiten de leden der commissie te kiezen, al dan niet met stemrecht.

Artikel 40

1. Iedere bedrijfscommissie brengt jaarlijks aan Onze Minister en aan de Raad verslag uit van haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar.

2. Onze Minister kan regelen stellen ten aanzien van de verslaggeving.

Artikel 41

1. De kosten van een bedrijfscommissie worden, voor zover daarin niet op andere wijze wordt voorzien, door de in artikel 38 bedoelde organisaties van ondernemers en werknemers gedragen, naar evenredigheid van het aantal leden dat zij benoemen.

2. Wanneer een organisatie in gebreke blijft binnen de termijn, door de bedrijfscommissie gesteld, haar bijdrage in de kosten van de bedrijfscommissie te voldoen, kan de Raad de aanwijzing van die organisatie intrekken, onverminderd de aansprakelijkheid van de organisatie tot het betalen van haar aandeel in de reeds gemaakte kosten. Door de intrekking vervalt het lidmaatschap van de bedrijfscommissie van de door die organisatie benoemde leden en plaatsvervangende leden, te rekenen van het tijdstip waarop het besluit van de Raad bij de bedrijfscommissie inkomt.

Artikel 42

Ten aanzien van de voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van de bedrijfscommissies, alsmede ten aanzien van de personen die met het secretariaat van een bedrijfscommissie zijn belast, is artikel 20, eerste en zesde lid, van overeenkomstige toepassing.

Toelichting op de bedrijfscommissies

Artikel 37 WOR bepaalt dat er bedrijfscommissies opgericht worden door de Raad. Verder bepaalt artikel 38 WOR de benoeming van de personen die in de bedrijfscommissie zitting mogen nemen. Deze bedrijfscommissie mogen zelf weer commissies oprichten, waaraan bevoegdheden overgedragen kunnen worden. Elk jaar moeten de bedrijfscommissies verslag uitbrengen aan de Minister en aan de Raad. de kosten voor de bedrijfscommissies worden verdeeld over de organisaties waarvan de belangen worden behartigd.