HET BEST BEOORDEELDE TRAININGSBUREAU VOOR ONDERNEMINGSRADEN:
OR-CURSUS.com
Benut je recht op 5 scholingsdagen per jaar!

Met jaar in jaar uit een gemiddelde beoordeling van 4,7 sterren is OR-CURSUS.com het best beoordeelde trainingsbureau voor ondernemingsraden.

Categorieën
Bijzondere bevoegdheden van de ondernemingsraad WOR

Art 27 WOR

Een bericht over artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden. In dit bericht vind je de volledige tekst van dit wetsartikel en daaronder een toelichting op het wetsartikel.

Hieronder tref je de volledige tekst van, art 27 WOR, artikel 27 wet op de ondernemingsraden, het instemmingsrecht.

1. De ondernemer behoeft de instemming van de ondernemingsraad voor elk door hem voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van:

a. regelingen op grond van een pensioenovereenkomst, een winstdelingsregeling of een spaarregeling;

b. een arbeids- en rusttijdenregeling of een vakantieregeling;

c. een belonings- of een functiewaarderingssysteem;

d. een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuim of het re-integratiebeleid;

e. een regeling op het gebied van het aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid;

f. een regeling op het gebied van de personeelsopleiding;

g. een regeling op het gebied van de personeelsbeoordeling;

h. een regeling op het gebied van het bedrijfsmaatschappelijk werk;

i. een regeling op het gebied van het werkoverleg;

j. een regeling op het gebied van de behandeling van klachten;

k. een regeling omtrent het verwerken van alsmede de bescherming van de persoonsgegevens van de in de onderneming werkzame personen;

l. een regeling inzake voorzieningen die gericht zijn op of geschikt zijn voor waarneming van of controle op aanwezigheid, gedrag of prestaties van de in de onderneming werkzame personen;

m. een procedure voor het omgaan met het melden van een vermoeden van een misstand, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet Huis voor klokkenluiders;

een en ander voor zover betrekking hebbende op alle of een groep van de in de onderneming werkzame personen.

2. De ondernemer legt het te nemen besluit schriftelijk aan de ondernemingsraad voor. Hij verstrekt daarbij een overzicht van de beweegredenen voor het besluit, alsmede van de gevolgen die het besluit naar te verwachten valt voor de in de onderneming werkzame personen zal hebben. De ondernemingsraad beslist niet dan nadat over de betrokken aangelegenheid ten minste eenmaal overleg is gepleegd in een overlegvergadering. Na het overleg deelt de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed zijn beslissing aan de ondernemer mee. Na de beslissing van de ondernemingsraad deelt de ondernemer zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de ondernemingsraad mee welk besluit hij heeft genomen en met ingang van welke datum hij dat besluit zal uitvoeren.

3. De in het eerste lid bedoelde instemming is niet vereist, voor zover de betrokken aangelegenheid voor de onderneming reeds inhoudelijk is geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst of een regeling van arbeidsvoorwaarden vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan. Instemming is eveneens niet vereist voor zover ter zake van een aangelegenheid als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, sprake is van verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.

4. Heeft de ondernemer voor het voorgenomen besluit geen instemming van de ondernemingsraad verkregen, dan kan hij de kantonrechter toestemming vragen om het besluit te nemen. De kantonrechter geeft slechts toestemming, indien de beslissing van de ondernemingsraad om geen instemming te geven onredelijk is, of het voorgenomen besluit van de ondernemer gevergd wordt door zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen.

5. Een besluit als bedoeld in het eerste lid, genomen zonder de instemming van de ondernemingsraad of de toestemming van de kantonrechter, is nietig, indien de ondernemingsraad tegenover de ondernemer schriftelijk een beroep op de nietigheid heeft gedaan. De ondernemingsraad kan slechts een beroep op de nietigheid doen binnen een maand nadat hetzij de ondernemer hem zijn besluit overeenkomstig de laatste volzin van het tweede lid heeft meegedeeld, hetzij – bij gebreke van deze mededeling – de ondernemingsraad is gebleken dat de ondernemer uitvoering of toepassing geeft aan zijn besluit.

6. De ondernemingsraad kan de kantonrechter verzoeken de ondernemer te verplichten zich te onthouden van handelingen die strekken tot uitvoering of toepassing van een nietig besluit als bedoeld in het vijfde lid. De ondernemer kan de kantonrechter verzoeken te verklaren dat de ondernemingsraad ten onrechte een beroep heeft gedaan op nietigheid als bedoeld in het vijfde lid.

7. Onder regelingen op grond van een pensioenovereenkomst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden mede verstaan regelingen opgenomen in een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of een uitvoeringsreglement als bedoeld in onderdeel b van de definitie van uitvoeringsreglement in artikel 1 van de Pensioenwet, die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst waaronder in ieder geval worden begrepen: regelingen over de wijze waarop de verschuldigde premie wordt vastgesteld, de maatstaven voor en de voorwaarden waaronder toeslagverlening plaatsvindt en de keuze voor onderbrenging bij een bepaalde pensioenuitvoerder, pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Pensioenwet.

Toelichting op art 27 WOR

Als ik lid 1 sub a tot en met sub m door cursisten laat lezen, dan worden er vaak geen vragen over gesteld. Daarom ga ik ervan uit dat de regelingen die genoemd worden duidelijk zijn.

Wanneer is het instemmingsrecht niet van toepassing? (art 27 WOR lid 3)

Het instemmingsrecht is niet van toepassing als:

  1. de betreffende regeling al inhoudelijk geregeld is in de van toepassing zijnde cao,
  2. de arbeidsvoorwaarden vastgelegd zijn door een publiekrechtelijk orgaan,
  3. er sprake is van de verplichting het pensioen onder te brengen bij een bedrijfstakpensioenfonds (geen instemmingsrecht betreffende de pensioenuitvoerder, namelijk het pensioenfonds, maar wel wat betreft de inhoud van de pensioenregeling).

De OR stemt niet in, kan de bestuurder dan zijn besluit uitvoeren?

De bestuurder zal eerst vervangende instemming moeten vragen aan de kantonrechter. Pas als de bestuurder vervangende instemming krijgt, dan mag de bestuurder zijn besluit uit gaan voeren.

De bestuurder voert een besluit uit, waarvoor geen instemming is gevraagd. Kan de OR de uitvoering tegenhouden?

Ja, dat kan. De OR moet binnen een maand, nadat de OR kennisgenomen heeft van het feit dat er een besluit uitgevoerd wordt, zonder instemming van de OR, terwijl dit wel vereist is, de bestuurder schriftelijk verklaren dat dit besluit nietig is. De bestuurder moet dan stoppen met de uitvoering van dit besluit. Als je namelijk niet binnen een maand, nadat je kennisgenomen hebt van de uitvoering van het besluit, reageert, dan stem je automatisch in met het besluit en de uitvoering van het besluit.